Epilepsie is een vreselijke ziekte die helaas teveel in het ras voorkomt. De oorzaak daarvoor is uiteraard inteelt; inteelt is weer het gevolg van een te lage genetische diversiteit in het ras en dat is weer het gevolg van een te kleine fokpopulatie. Dus door het stamboek gesloten te houden en geen nieuwe aanwas toe te staan, ontstaan rasgebonden problemen als epilepsie. Je kunt op allerlei manieren proberen epilepsie te bestrijden maar zolang het stamboek gesloten blijft, is het dweilen met de kraan open.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire epilepsie en secundaire epilepsie. Primaire epilepsie is erfelijk en treedt meestal al op in de eerste 5 levensjaren, soms al na enkele maanden. Secundaire epilepsie is niet erfelijk, maar wordt veelal veroorzaakt door andere medische aandoeningen zoals een hersentumor.
Het klachtenbeeld verschilt. Soms krijgt een hond een eenmalige aanval (waarvan dan niet zeker is of het echt epilepsie is), soms krijgt een hond af en toe een aanval en is de ziekte met medicatie in bedwang te houden, en soms is de ziekte dermate ernstig dat besloten moet worden om de hond in te laten slapen. Hoe dan ook, epilepsie is een afschuwelijke aandoening, waarvan we echt moeten proberen om het risico daarop zo klein mogelijk te houden.
Erfelijkheid
Voor zover bekend vererft primaire epilepsie recessief, hoogstwaarschijnlijk polygenetisch en spelen allerlei externe factoren een rol bij het al dan niet openbaren van de ziekte. Dat maakt het heel lastig om te bepalen welke honden wel of niet uitgesloten moeten worden van de fokkerij. Er is (bij primaire epilepsie) echter wel degelijk sprake van erfelijkheid. Hoe en in welke mate is onbekend. In de praktijk betekent het dat het geregeld voorkomt dat een hond die in het ene nest 1 of meerdere nakomelingen heeft met epilepsie, in andere nesten nakomelingen heeft die geheel gezond zijn. Maar er zijn ook honden die in meerdere nesten epilepsie vererven.
Sinds enige jaren doet de Universiteit van Gent onderzoek naar de erfelijkheid van epilepsie. De hoop is dat zij op termijn een test kunnen ontwikkelen die voor de Drent aangeeft of een hond genetisch gezien lijder, drager of vrij is van erfelijke epilepsiegenen. De VDPH steunt dit onderzoek.
Cijfers
Betrouwbare cijfers over het vóórkomen van epilepsie bij Drenten, ontbreken omdat de registratie onvolledig is. De schattingen lopen uiteen van 2 tot maar liefst 8% van alle Drenten. Daarnaast bestaat er onduidelijkheid over de diagnosestelling. Het is lang niet altijd even eenvoudig om bij een aanval die lijkt op epilepsie met zekerheid de diagnose te geven. Ook dierenartsen maken daarbij fouten.
Huidige regels (fokbeleid VDPH, regels RvB en normenmatrix samengevoegd)
Mijn ideeën over gezond fokbeleid
We moeten het vererven van epilepsie zoveel mogelijk voorkomen en dat vergt wat mij betreft strenge regels voor de fokkerij. Echter, dit moet zo min mogelijk ten koste gaan van de totale genetische diversiteit in het ras, omdat deze al zwaar onder druk staat. Vandaar dat onderstaande strengere aanbevelingen in mijn voorstel alleen gegeven zouden moeten worden onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er eerst intensief gewerkt wordt aan het verbeteren van de genetische diversiteit en het vergroten van de fokpopulatie. We kunnen niet nog meer honden van de fokkerij uitsluiten als we niet tegelijkertijd ook maatregelen nemen om de genetische diversiteit te versterken.
Van belang in deze is ook een minimale fokleeftijd die elders wordt uitgelegd. Dit is echt van belang om te voorkomen dat er gefokt wordt met honden waarvan later blijkt dat ze epilepsie hebben.
Zoals altijd kies ik ook ten aanzien van epilepsie voor een stapsgewijze benadering. Eerst zorgen voor een toename van de fokpopulatie. Vervolgens goede voorlichting. Daarna aanbevelingen formuleren zoals hieronder staan en bij een fokaanvraag terug rapporteren of de aanvraag aan deze aanbevelingen voldoet.
Maar nogmaals; dergelijke aanbevelingen kunnen alleen gegeven worden als ook de genetische diversiteit (bijv. door outcross met andere rassen) en de grootte van de fokpopulatie verbetert. Anders gaan we te streng selecteren waardoor de genetische diversiteit nog verder terugloopt en er almaar nieuwe ziekten de kop op zullen steken.
Meer achtergrondinformatie
Gezond fokken met Drenten - de basis
Meer fokken met meer honden (o.a. door strengere dekreubeperking)